Regelmatig krijg ik de vraag of er tijdens de echo ook gekeken wordt hoeveel pups/kittens er in de buik zitten en hoe nauwkeurig deze telling is. Hieronder leg ik uit welke factoren invloed hebben op de nauwkeurigheid van de telling.
De volgende factoren kunnen invloed hebben op de nauwkeurigheid van de telling:
- Het moment van de echo:
Op dag 25 t/m 28 gaat het zeker lukken om de dracht vast te stellen, maar de kans op resorptie neemt pas daarna echt af. Beter is het dus om te wachten tot dag 30 en bij grote honden zelfs liever tot dag 32 (bij grote honden liggen de pups dieper in de buik en dan is het handig als ze nét wat groter zijn). Na dag 35 wordt het tellen weer moeilijker, omdat pups die in de diepte liggen (achter een andere pup) gemist kunnen worden.
- De grootte van de hond/huiddikte:
Hoe dieper de pups in de buik liggen des te moeilijker ze echografisch in beeld komen. Daarbij is de dikte van de huid een belangrijke factor. Een dikke huid houdt namelijk meer geluid tegen dan een dun velletje. Hierdoor is een klein poedeltje echografisch veel toegankelijker dan bijvoorbeeld een stevige labrador.
- (veel) haar:
Het nadeel van haar is dat hier lucht tussen zit. Dit houdt het geluid tegen, waardoor je geen mooi beeld krijgt. Scheren hoeft niet altijd, maar is in veel gevallen noodzakelijk.
- (veel) lucht in de buik:
Lucht houdt het geluid tegen, dus een achter een darmlis gevuld met lucht kan zomaar een pupje verstopt zitten.
- Beweging:
Bij iedere beweging die de hond maakt raak je de tel kwijt en moet je dus opnieuw beginnen met tellen. Hierdoor kost het soms wat meer tijd (en in een enkel geval lukt het niet).
- Grote aantallen
Hoe meer pups er in de buik zitten hoe moeilijker het wordt. De kans dat je een pup mist of dubbel telt wordt groter.
- Geluk
Er komt een kleine factor geluk bij kijken, want ook later in de dracht kan er zomaar iets mis gaan waardoor er minder pups geboren worden dan dat er geteld waren op het moment van de echo.
Kortom, in sommige gevallen kan het gewoon écht heel lastig zijn! De eerste maanden zat ik er wat vaker naast dan nu (al doende leert men ). Inmiddels heb ik een werkwijze/techniek ontwikkeld waardoor ik kan zeggen dat mijn tellingen behoorlijk nauwkeurig zijn, maar ik heb het niet altijd goed.